(Jan) - Willem Beukelszoon
Uit het liedje: "Batje vier" van het Cocktail Trio.
En in Biervliet woonde een man, Jan-Willem Beukelszoon,
dat 'ie haring kaakte vindt men nu heel gewoon
Maar hij heeft dat idee vast bij een biertje opgedaan,
't bier daar vliet er lustig, zo kwam Biervliet aan zijn naam…
Jan Willem Beukelszoon - Biervliet
Beeld: Jan Willem Beukelszoon
Jaar: 1958
Kunstenaar: Philip ten Klooster
Materiaal: zandsteen (sokkel)
Plaats: Biervliet – Markt
Bijzonderheden: aan de voorzijde op de sokkel staat:
"voor Willem Beukelsz."
en aan de achterzijde:
door het kaken op zee
kwam de haringvisserij
tot grote bloei
achterkant - kaart: beschreven -poststempel 1964
uitg. J. de Smit - Biervliet
In 1312 na Chr. horen we voor het eerst over Willem Beukelszoon, schepen in Biervliet (zld). Aan hem wordt het "haring kaken" toegeschreven. Ook Vlamingen en Scandinaviërs - allen bevisten ze de Noordzee op haring - claimen deze uitvinding.
Geenszins zekerheid dus over wie de uitvinder is. Er wordt rekening meegehouden dat meerdere vissers ieder "op eigen houtje" de uitvinding heeft gedaan.
Het haring kaken werd direct na de vangst op zee gedaan. Aangezien Beukelszoon schepen was (lid van de gemeenteraad en vooraanstaand bestuurder) lijkt het onwaarschijnlijk dat hij ook als schipper mee op zee ging. En niet mee gaan aan boord, betekent dus ook: niet bezig zijn met het haring kaken.
Hoewel het dus alleszins onzeker is wat de bijdrage van Beukelszoon is aan het uitvinden van het haring kaken, kennen de inwoners van Biervliet geen enkele twijfel over de uitvinding van hun beroemde dorpsgenoot.
Ter ere van hem is er een glas-in-lood-raam aangebracht in het hervormde kerkje van Biervliet.
Bovendien staat er een standbeeld van hem op de Markt te Biervliet.
Wat is het geheim van het haring kaken?
Bij het kaken van de haring worden de kieuwen en de ingewanden van haringen - die nog niet geslachtsrijp zijn en dus nog geen hom of kuit hebben ontwikkeld - gedeeltelijk weg gesneden. Gedeeltelijk, want de alvleesklier laat men zitten, omdat de in de alvleesklier aanwezige enzymen de haring verder laten rijpen waardoor de typische smaak van de haring ontstaat.
In de maanden mei/juni is de haring op zijn best (vetst). Dan is ook de alvleesklier groot genoeg waardoor er voldoende enzymen in zitten om de haring zo goed mogelijk te laten rijpen. Daarom wordt in die maanden vooral op haring gevist.
Van invloed zijn ook het zout en de temperatuur om de haring te laten rijpen. Bij meer gebruik van zout zal de haring minder snel rijpen evenals bij lagere temperaturen.