Torremolinos
Je woont in Nederland en je zegt dat je naar de Costa del Sol op vakantie gaat. Tien tegen één dat men gokt: "Torremolinos". Ik heb althans niemand uit hoeven te leggen waar Torremolinos ligt, maar wel iedere keer duidelijk moeten maken waar Benalmadena dan toch wel ligt. En als je dan uitlegt dat het strand van Benalmadena naadloos overgaat in dat van Torremolinos weet iedereen waar ik de vakantie ga doorbrengen.
In Nederland heeft Torremolinos bijna een magische klank. Maar dit kleine vissersdorpje van weleer dat nu een vreselijk uit de kluiten gewassen toeristenenclave is geworden heeft in feite weinig in zich om te bezoeken.
Historisch is het een niemandalletje, voor de vakantievierder is het heerlijk aan het strand, is het slenteren langs veel van-het-zelfde op winkelgebied, of zon-genietend op één van de vele terrasjes.
En dat laatste is eigenlijk het enige dat mij aanspreekt in Torremolinos. Dus: zon, koffie, biertje en tapas, dan zie je me hier nog weleens terug, anders hoef ik niet zo nodig meer.
Op weg naar - misschien wel de enige bezienswaardigheid van Torremolinos - de stierenvechtersarena (pas gebouwd in 2003) aan het Plaza de Toros passeren we het Plaza d'Espana met op het plein het Palacio San Miguel en het auditorium Municipal. Hier begint overigens ook een grote rommelmarkt die we dan ook maar even meepakken.
Als je de naam Torremolinos "uit-elkaar-haalt" krijg je Torre en Molino: toren en molen. En beiden zijn nog terug te vinden in deze plaats. De oudste molen is de Molino del Inca. De molen staat in een botanische tuin van circa 40.000 m2.
De toren is Torre de Pimentel en bestaat ook nog steeds. Wandel de hoofdwinkelstraat Calle San Miguel uit en je komt bij de toren.