donderdag 31 juli:             Opnieuw zullen we vandaag 2 plaatsen gaan bezoeken. We starten in Assisi om vervolgens door te reizen naar                                                Perugia. Assisi is de geboorteplaats van Franciscus van Assisi. In 1182 werd hij er geboren. Hij bracht er een wat baldadige jeugd door. Met de jongemannen van zijn dorp trok Franciscus menigmaal naar Perugia om daar een partijtje te gaan matten met Perugiaanse jeugd. Bij één van die vechtpartijen is Franciscus gevangen genomen en heeft hij een jaar in de cel doorgebracht alvorens zijn vader - de welgestelde stoffenkoopman Pietro Bernardone - hem vrijkocht.

In 1205 bekeert Franciscus zich. Na een visioen breekt hij geheel en al met het aardse bestaan. Hij trekt een linnen zak als mantel aan (iets wat voor een stoffenhandelaar een doorn in het oog moet zijn geweest) en gaat prediken. Hij predikt tót en óver de dieren, vandaar dat zijn feestdag 4 oktober is geworden: werelddierendag. Volgelingen van Franciscus worden de Franciscanen genoemd. In 1210 krijgt Franciscus van de Paus de vrijheid een kloosterorde te stichten: de orde der Franciscanen. Zijn "vrouwelijke evenknie" wordt Clara die later de orde der Clarissen zal stichten.

Binnen de Franciskaner orde ontstonden 2 stromingen: de ene stroming was een geestelijke stroming. Volgers hiervan legden een gelofte van armoede af. Ze wilden en mochten dus niets bezitten. De andere stroming was een sociale stroming: zij gingen er vanuit dat je moest helpen waar nodig en dat dat niet kon zonder materialen. Ter ere en nagedachtenis aan Franciscus is er een basiliek gebouwd in Assisi. De basiliek bestaat uit een bovenkerk, een benedenkerk en een crypte.

Na onderzoek is in de 19e eeuw vast komen te staan dat de gevonden beenderen in de basiliek inderdaad van Franciscus waren.

In 1978 heeft een hernieuwd modern wetenschappelijk onderzoek dit nogmaals bevestigd, waarna de stoffelijke resten in een plexiglas kistje zijn bewaard. Dit kistje werd weer in een metalen kistje opgesloten. Uiteindelijk is dát kistje in een sarcofaag onder het hoofdaltaar bijgezet.

Perugia         is de hoofdstad van Umbrië. In Umbrië staan 2 universiteiten. Momenteel zijn de studenten op vakantie en de universiteiten dus                       gesloten. Dit is duidelijk merkbaar in de stad waar het lang niet zo druk is als anders. Dan wemelt het werkelijk van de scooter-tjes, hét vervoermiddel bij uitstek.

Perugia bestond al in de Etruskische tijd. Getuige hiervan zijn de oude muren en poorten (2300 jaar oud). De stenen van deze bouwwerken zijn feitelijk gewoon op elkaar gestapeld. Cement werd er in ieder geval niet gebruikt.

Het diner begint met een anti-pasta (= voorafje). Deze bestaat uit crastilli: enkele driehoekjes geroosterd brood belegd met tomaten, kaas, kippelevertjes of en/of eekhoorntjesbrood.

Vervolgens volgt de pasta (= de opvang tussen voorafje en hoofdgerecht); hiervoor wordt rippolito paperdele geserveerd; dat is een brede pasta met stukjes haas.

Het diner wordt vervolgd met de secondi (= hoofdgerecht) bestaande uit polentale: dat is een maïsmeelpapje opgesteven tot een stevig brokje ter grootte van een tompouce, waarbij wij everzwijn als vlees geserveerd krijgen.
De maaltijd wordt besloten met een toetje: carducci: harde (amandel)koekjes die gedoopt worden in een heerlijke likeur. 
De hele maaltijd wordt "begeleid"door een overheerlijke zachte Italiaanse vino rossi.
Het was dus genieten geblazen bij deze overdaad aan delicatessen!!